Waar een kratje al niet goed voor is

In augustus werd ik gebeld door een kerkuil kast bezitster in  Didam. Er zat een kerkuil in de nok van een schuur te broeden op een plank achter een klein schotje. Dit ging goed totdat de jonge kerkuilen op onderzoek uitgingen. Helaas moesten drie jonge kerkuilen het bekopen met een val naar beneden en twee hiervan overleefden de val. De bewoonster wilde weten wat ze moest doen, want niks doen was geen optie. Dan gingen de kerkuilen dood (ze waren al aardig ondervoed).

Hierop heb ik Theo Wijers gebeld, omdat dit het rayon is waar hij zich bezighoud met o.a. de kerkuilen. Theo heeft een afspraak gemaakt om te kijken wat de mogelijkheden waren om de overgebleven jonge kerkuilen toch een kans te geven om te overleven. Een plastic klapkratje bracht uitkomst. Deze werd op de balk gespijkerd en de jonge kerkuilen werden in het kratje geplaatst. Omdat de jongen ondervoed waren, was het advies aan de bewoonster om wel bij te voeren met o.a. muizen.

Dit ging allemaal prima en het resultaat is dat de twee jonge kerkuilen zijn geringd en gezond het kratje hebben verlaten.

Eugène Piron.